
Bij de afbeelding: Graffiti op een muur in Lissabon stelt het seksueel misbruik binnen de Kerk aan de kaak (2011).
Waar kun je in godsnaam nog in geloven, als je niet meer kan vertrouwen?
Ik herinnerde het me weer. In deze periode van weer een misbruikschandaal in de Roomse kerk komt die herinnering boven.
Dat maakt dit artikel voorlopig meteen tijdloos, want hebben we alle landen van de wereld al gehad in deze stroom van openbaringen over weer een onvoorstelbare omvang van misbruik en het toedekken ervan?
Een knuffelpaus en misbruik, misbruik, misbruik en de morele en daardoor publicitaire rafelrandjes aan de knuffelpaus en zijn kerk. Dat zou het nieuwsoverzicht van 2018 voor het Vaticaan kunnen worden. Ik hoop het niet voor ze, wie wens je zoveel public relations geblunder toe? Niemand, toch? Geloofwaardiger wordt de BV Rome er niet op.
Maar goed.
Mijn herinnering.
Mijn kennismaking met misbruik binnen kerken
Het was een zondagavond, jaren geleden.
In de tijd dat mijn hele systeem van fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel als het ware aan het uitbuiken was van weer een intensieve Heilige Mis lang meebewegen met de liturgie. Alsof je elk moment aangeraakt wordt door engelen, zo voelde dat. Ik was nog lang geen priester. Niet in jaren en niet in innerlijk. De nawerking van wat in beweging wordt gezet, kun je dan best stevig en intensief noemen. Rust, water drinken, een beetje eten en wat rond tuttelen is dan wel heel prettig.
Ik was nog lang geen priester, maar wel een aanspreekpunt voor de wereld buiten de kerk.
Half acht.
Zondagavond.
De telefoon gaat.
‘Goedenavond, met [mij]’
‘Goedenavond …, u spreekt met [persoon noemt naam] uit België.’
Ja, dat was meteen al te horen met die vriendelijke Vlaamse tongval.
‘Wat leuk’, denk ik, ‘uit het buitenland.’
Dat gebeurt niet vaak.
Nieuwsgierig luister ik verder:
‘Ik heb een boek geschreven over het misbruik door priesters, dat ik meemaakte. Het is een heel belangrijk onderwerp. Ik wilde u vragen of u het misschien in uw kerk onder de aandacht wil brengen…”
Bam!
Ok, dan.
Ik zit meteen rechtop.
Subiet even omschakelen, want dit is echt serieus.
Omschakelen naar openstellen, horen, luisteren, aansluiten en meebewegen met de ander. Deze persoon overleefde een hel op aarde en heeft recht op mijn onverdeelde aandacht.
Onafhankelijk van wat er eventueel aan vervolgactie komt.
Het gesprek dat volgt gaat over de ervaringen van misbruik, de schaamte, de onmacht, het onwaardig voelen, de woede, het ongeloof en de tegenwerking uit de omgeving. En over het doorzettingsvermogen dit verhaal een stem te geven. En de triomf van het publiceren van het boek.
Wat was er een lange weg te gaan.
Vanuit de duisternis naar het licht.
Schrijven is helen.
Maar wat zou het paradijselijk mooi zijn als het nooit meer nodig zou zijn, omdat misbruik ondenkbaar geworden is.
Tot die tijd zitten wij met een schandvlek.
Wij, als mensheid.
Al heb ik persoonlijk dan geen enkele binding met de Roomse kerk. Daar wijdt men geen vrouwen tot priester (een deel van hun probleem).
Maar zo wil niemand het christendom op de kaart hebben, toch?
Een impressie van misbruik binnen kerken
Lees hier een historisch overzicht van het misbruik in de roomse kerk.
De Roomse kerk is niet de enige kerkelijke organisatie waar seksueel misbruik voorkomt. In het nieuws kwamen onlangs nog de Oudkatholieke kerk en de Jehova Getuigen. Ook de protestante kerk heeft misbruikzaken. Alexander Veerman promoveerde in 2005 op ‘Ontredderd. Het proces in de kerkenraad als de predikant seksueel misbruik heeft gepleegd’. Te koop bij Bol. Naar aanleiding van het deksel van de doofpot van het misbruikschandaal in Pennsylvania schreef hij dit blog: Zwijg niet langer
Veerman schrijft hierin:
“De gevolgen van seksueel misbruik kunnen bijzonder ingrijpend zijn. De onteigening van het lichaam, het isolement en de eenzaamheid, de schaamte en schuldgevoelens, het verlies van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Zoveel kinderen die door toedoen van priesters de levensvreugde hebben verloren en voor wie het leven zwaar en donker werd – ik kan er niet bij. Wat is de kinderen onbeschrijfelijk veel leed aangedaan.”
Weg vertrouwen. Gedaan met de levenskracht.
Waar kun je dan nog in geloven?
Het is niet anders dan pervers dat dienaren van God, de Bron van alle goedheid, kinderen beroven van de mogelijkheid om in de genade van God te geloven en op God te vertrouwen. Geen kind is in staat onderscheid te maken tussen het falen van het grondpersoneel en de volmaaktheid van God.
Liever even geen sanctus en halleluja. Misbruik heeft niets meer met religie te maken. Hier passen geen woorden meer, bij deze holocaust. Bij deze afgrond, verlaten van alles wat goed is, veilig en weldadig is.
Als pleger van misbruik en geestelijke, of als medeplichtige door het verzwijgen, toedekken, ontkennen, negeren of verontschuldigen, ben je hooguit een muts met een mijter. Een drager van het licht, de kracht, de waarheid en de goedheid van God, ben je niet.
Twee naturen
Seksueel misbruik door geestelijken is een probleem van mensen, het grondpersoneel van God.
Het is niet een probleem voor God of de goddelijke natuur.
Ieder mens heeft twee naturen, de dierlijke en de goddelijke, waarin het dierlijke de overhand krijgt bij welke misstand ook. We staan als het ware tussen hemel en aarde.
We kunnen kiezen voor het heil of de hel.
Ook in Indiaanse vertellingen kom je de voorstelling van de twee naturen tegen: de mens heeft twee wolven in zich, een witte wolf en een zwarte wolf. Welke wolf geef jij te eten?
In het Jodendom spreekt men van de yetzer ha ra, de neiging tot het kwade, en de yetzer ha tov, de neiging tot het goede.
Dat het dierlijke, de neiging tot het kwade, de overhand krijgt, is een probleem voor kerken en voor de maatschappij als geheel. Als er geen neiging tot overtreding zou zijn door het dierlijke, het kwade, in de mens, zouden de Tien Geboden en het Wetboek van Strafrecht overbodig zijn.
Misbruik is een cultureel probleem
Het zou aan te raden zijn, naast alle publiciteit, processen, meldpunten en zorg en genoegdoening voor de slachtoffers, aandacht te geven aan preventie. Wat weten we over de wortel van het probleem? Welke ervaringen of omstandigheden vergroten de kans op misbruik? Binnen een kerk of maatschappij? Welke innerlijke houding verhindert misbruik?
Want kinderen zijn niet alleen in een kerk, of kerkelijke instelling onveilig.
Er is nog steeds schrikbarend veel huiselijk geweld, inclusief seksueel misbruik in Nederland.
Bijvoorbeeld Project Speak Now geeft wat cijfers en feiten. Bijvoorbeeld: Eén op de vier meisjes en één op de zes jongens krijgt voor het achttiende levensjaar te maken met incest of seksuele intimidatie. 95% tot 98% van de incestdaders is van het mannelijk geslacht. Ooms en broers zijn in de meeste gevallen de dader, daarna worden stiefvaders en vaders het vaakst als dader genoemd.
Het is dus ook een patriarchaal probleem, een maatschappelijk probleem.
Heeft het christendom zelf een antwoord voor de preventie van misbruik?
Jazeker wel.
Diverse antwoorden zelfs.
Hier zijn drie voorbeelden, er zijn er meer.
Voorbeeld 1: Op de God, die in jou woont, kun je wel bouwen
Bijvoorbeeld omdat God liefde is. En liefde is bijvoorbeeld: de wil om jezelf te verruimen en in te spannen met als doel je eigen ontwikkeling en die van de ander te stimuleren (M. Scott Peck). Mijn persoonlijke favoriet van dit moment. Morgen ook? Wie weet, want ontwikkeling heeft een open einde.
Doordat God liefde is, is het Goddelijke gericht op groei en ontwikkeling.
Een stuwende kracht naar beter, oprechter, vriendelijker, zorgzamer, meer wijsheid, adequater handelen, meer goedheid, meer verbinding, welwillender, meer openheid voor ieder mens en daarmee voor de mensheid.
Dan is het Goddelijke gericht op vooruitgang en evolutie, niet op teloorgang of teruggang naar de belevingswereld van de T-Rex.
Zo is God de stuwende kracht in en achter je ontplooiing naar heelheid en waarachtig mens zijn.
Daar kun je op vertrouwen, doordat je er op kunt bouwen.
Voorbeeld 2: Hervind je ontvankelijkheid die je had als kind
Bijvoorbeeld Jezus gebruikt het beeld van kinderen.
Niet als voorwerp voor misbruik, daarmee zit de BV Rome er dus ook weer naast.
Jezus gebruikt het als vergelijking.
‘Wees als een kind om het koninkrijk der hemelen binnen te kunnen gaan.’
Onschuldig, onbevangen, zonder eigendunk.
Hoezo?
‘There is no room for God in him, who is full of himself,’ is een joods chassidische uitspraak. Er is geen ruimte voor God in diegene die vol is van zichzelf.
Leegmaken dus van de hegemonie, de dominantie, van het dikke ik. Het ikke ikke ikke en de rest kan stikken.
Weg ermee.
Hoe?
Door zelf te zien wat je waar tekort gekomen bent. Door jezelf de zorg te geven, die je nodig had maar niet kreeg. Door zelf ontvankelijk te worden om te willen zien en de moed om elk gebrek in jezelf te doorleven.
Als jij jezelf nu nog steeds, ten koste van anderen, per se voorrang geeft, kwam je niet aan bod toen het wel nodig was.
Wedden dat er niet genoeg zorg was in de zin van voeding, bescherming, bekrachtiging en inwijding in wat het betekent volwaardig mens, volwaardig man of vrouw te zijn, op het natuurlijke moment van groei en ontwikkeling?
Elk litteken in jezelf door je moederwond door verkeerde zorg, is primair gericht op genezing (prima) door een instinctieve ik-gerichtheid die ten koste van alles verlossing van oude pijn zoekt (ten koste van alles is niet zo handig).
Je kunt niet over de beperkingen van je eigen pijn en littekens heen kijken, in eerste instantie.
Leer je dat wel te zien, dan zie je dat jij een factor bent die jouw gevangenis in stand houdt.
En daarin ligt vrijheid.
Niet instinctief gevangen steeds weer bijvoorbeeld die narcistische peuter worden in situaties die oude pijn triggeren en waardoor jouw verleden het heden wordt, maar nieuwsgierig worden naar de wereld buiten de muren die je gevangen hielden.
De wereld waarin je wel de antwoorden kunt vinden die je vergeefs binnen de muren van je gevangenis van oude pijn zocht.
Een waarachtige spiritualiteit is een belangrijk onderdeel van die antwoorden, omdat jij een spiritueel wezen bent, staande tussen hemel en aarde.
‘Wees als een kind om het koninkrijk der hemelen binnen te kunnen gaan’, gebruikte Jezus als voorbeeld voor de volmaakte geestelijke ontwikkeling.
Met de kennis over het helen van je moederwond kun je ook stellen: ‘Heel je innerlijk kind om het koninkrijk der hemelen binnen te kunnen gaan.’
Zeg ik hier eigenlijk ook dat heel veel ego gedoe in onze cultuur en in de wereld een ontstaan heeft in een verknoedelde kindertijd?
Yep.
Daarom komt het op zoveel plekken voor, ook bij geestelijken.
Omdat wij, als mensheid, niet genoeg inzien wat wij elkaar onbewust aandoen.
Daarom ook is het huidig tijdsgewricht eigenlijk zo boeiend. Vrijwel alle spirituele leringen en geheimen zijn openbaar geworden en tegelijkertijd is er veel meer kennis en ervaring gekomen met de methoden om je innerlijk kind te helen. Dat geeft ons meer mogelijkheden dan ooit tevoren.
Voorbeeld 3: Committeer je aan je innerlijke spirituele ontwikkeling om de hele weg te gaan
‘Ik moet eerst een Maria worden, voordat de Christus in mij geboren kan worden.’
(anoniem)
Deze anonieme uitspraak geeft goed weer wat het zou betekenen om de hele weg te gaan van je spirituele ontwikkeling.
‘Maria worden’, kan natuurlijk niet letterlijk. Die geboorte gebeurde historisch gezien natuurlijk zo’n tweeduizend jaar geleden, zo gaat het Bijbelse verhaal.
Maar het is een esoterische tekst. Het gaat om een innerlijk christendom.
Het gaat om de spirituele groei, die in ieder mens op elk moment mogelijk is.
Spirituele groei vindt plaats in je goddelijke natuur.
Wat betekent het om zelf als Maria te worden?
Om welke kwaliteiten en eigenschappen gaat het dan?
Stel jezelf deze vragen en laat je verbazen…
Zoekt en gij zult vinden.
Het verhaal en beeld van Maria geeft veel handvatten voor innerlijke groei, die niet stopt bij haar.
Uit Maria werd Jezus geboren, die de Christus belichaamde. En in dat belichamen zit het geschenk voor de mensheid.
Door die gebeurtenis is het Goddelijke binnen het innerlijk bereik van mensen gekomen.
En is de kennis daarover bekend geworden, aan ons geopenbaard.
Zodat we dus kunnen weten wat we doen, in plaats van een meer instinctmatig trial and error in de hoop dat we ooit raak schieten.
Als spiritueel wezen gaat het om onze innerlijke evolutie. Met nieuwe mogelijkheden kunnen we verder groeien. En daar zij we met z’n allen al ongemerkt steeds weer mee bezig.
Maak de hoogste keuze
Er gebeuren heel erg veel goede dingen. Er gebeuren – nog steeds – heel veel afgrijselijke dingen. Maar de keus is aan ons. Waar kiezen we voor? De duisternis? Of nemen we verantwoordelijkheid voor het licht? In onszelf? Om zelf steeds weer te werken aan beter, oprechter, vriendelijker, zorgzamer, meer wijsheid, adequater handelen, meer goedheid, meer verbinding, welwillender, meer openheid?
Willen we zelf echt affectieve empathie leren, dat het jou zelf wat doet dat de ander lijdt?
Dat doet zeer en meestal kijken we weg of zoeken we een ontlading in het wijzen naar schuldigen. Daar heeft de BV Rome wel een handicap: al in het romeinse rijk werd empathie uitgebannen, omdat je er maar zwak van werd. Dat heeft veel lijden veroorzaakt.
En ook nu: de warmte en de empathie van de reacties van de BV Rome, die nooit komen laat staan dat de organisatierot wordt aangepakt, slaan ons met stomheid doordat men stom en doof blijft voor het lijden dat is aangericht. Hoe kun je dan pretenderen een middelaar te zijn voor het heil van de ander? Als je niet toont dat je het lijden ziet? Als eerste begin van een wezenlijke ontmoeting?
Het uithouden van de pijn en het lijden van de ander, zonder van je basis te raken, vergt oefening en moed. Maar dan kun je er ook zijn: voor jezelf en voor de ander. Dat geeft de Christus in jou de kans op een geboorte. Dat brengt jou verder, dat brengt de mensheid verder. En dat is onvervangbaar waardevol. Dat geeft elk geknakt leven weer hoop en een toevlucht van veiligheid en geborgenheid.
Dan kan er een begin ontstaan van nieuw vertrouwen en nieuw geloof in het goede, dat thuis kan zijn in elk mens.
De keus is aan ons.
Welke wolf geef jij te eten?
Wil je reageren?
Dat kan hieronder.
Dank je wel. Ik lees het graag.