Welke oorlog woedt in jou?

Leestijd: 6 minuten




Mijn moeder was boos.



Boos op joden.

Ik ontdekte dat toen ik een tirade over me heen kreeg.




Ik wilde vertellen hoezeer ik onder de indruk was van het boek van Simon Wiesenthal Geen wraak, maar gerechtigheid.

Nou dat kon ab-so-luut niet! Vond mijn moeder.

Ik was zo’n jaar of vijfentwintig en snapte er niets van.


Het waren toch heel wijze woorden?

Juist van iemand, die zulke zware persoonlijke verliezen had geleden?

Heel nare dingen had meegemaakt? In de oorlog?

Nou, moe? Wat is dit?!


Maar moe zei dat het niet kon, dus of ik er maar nooit meer over wilde praten.

Dat was een eufemisme voor een bevel.

Er was in haar ogen niets voor mij te willen, als het niet strookte met haar regime.

Al woonde ik al een paar jaar zelfstandig, de toxic gezinsdynamiek kon me nog aardig in de greep houden.

Het boek deed ik niet weg (ik heb het nog).

Erover gespreken werd er niet meer.


Voor mij bleef een vraagteken achter.


Voor veel andere ervaringen van mijn moeder bleven weinig vraagtekens voor mij achter.

Uit en te na kon ze vertellen over haar ervaringen en zware persoonlijke verliezen.

Aangrijpend.

Onvoorstelbaar in rampzaligheid, invoelbaar qua verliezen.




Velen in de wereld wilden na de tweede wereldoorlog nooit meer zo’n ramp.



Nooit meer, werd het motto.


Sinds die tijd heeft de wens voor nooit meer oorlog het onderspit gedolven bij de realiteit.

Niet dat de wens niet deugt.

Nooit meer oorlog is een juist en hoog streven.


De realiteit is helaas nog steeds te weerbarstig dat we het allemaal met elkaar daarover eens kunnen zijn.


En zo duurt nu de oorlog in Oekraïne voort.

Naast de feiten kun je ook de persoonlijke verhalen lezen van mensen in allerlei situaties.


Mensen, die alles verloren hebben, behalve wat net in een koffer past.

Mensen die een oorlogszuchtig regime ontvluchten.

Mensen die niet vluchten en in het land van de agressor hun protesten laten horen.

Mensen, die hun land verdedigen. Of zich juist naar het land toe hebben gehaast om het te kunnen gaan verdedigen.

Miljoenen mensen, die hun huis en land verlaten moeten.

De helft van alle kinderen ontheemd.

Rovers voor mensenhandel liggen op de loer bij de grenzen.


Het raakt hen, het raakt ons.


Het zijn catastrofale ontwikkelingen, die raken aan onze behoefte aan veiligheid.

Niet uit lafheid, maar omdat veiligheid de basis is voor groei en ontwikkeling.




Zonder veiligheid kun je niet leven, maar ben je – noodgedwongen – aan het overleven.



We zien dat allemaal in de nieuwsberichten.

Overleven. Op zoek naar een veilige plek.

Door te vluchten of te verdedigen.

Zonder veiligheid kun je niet groeien.


Regeringen en hulporganisaties bieden hulp.

Misschien ben je er onderdeel van.

Een gevoel van machteloosheid geeft het ons allemaal.


Het is zo moeilijk om dit soort rampen te voorkomen.

De gevolgen kunnen we proberen in te perken, voorkomen kunnen we niet met 100% zekerheid.


We kunnen niet alles voorzien.

Tirannen storen zich aan geen enkel fatsoen.

Misschien heb je in je eigen leven voor vergelijkbare vuren gestaan.

Misschien ben je bedreigd of mishandelt of misbruikt als kind.




Welke oorlog woedt dan nog in jou?



Of het nu gaat om onrecht in het heden of onrecht in het verleden, de sporen zijn in ons getrokken.


Wat te doen? Met angst, verlies, haat, woede, moral injury , verontwaardiging…

Geen wraak, maar gerechtigheid, raadt Simon Wiesenthal ons aan.

Laat de rechtspraak een oordeel vellen en weerhoud je zelf van het nemen van wraak, zegt hij.


Daarvoor is een bepaalde mate van innerlijke reflectie nodig.

En besef van onze interafhankelijkheid als mensen op deze planeet.

En ook de bereidheid te willen gaan vergeven.


Vergeven van onze vijanden is een van de dingen waar we aan kunnen werken, omdat het altijd in onze macht ligt.

Vergeven moeten we niet doen, omdat we anders niet zouden deugen.

Als we dat geloven, hebben we een nieuwe tiran geschapen.


De reden dat we dat zouden moeten willen, is omdat het onze ziel schoonwast.

Vergeving maakt ons los van alle achtergebleven negatieve gevolgen.

Het bevrijdt ons van alle oude patronen, die ons nog voortdurend inperken.

Het bevrijdt ons van de negatieve gedachten en emoties, waardoor we de strijd innerlijk blijven voortzetten.


De oplossing voor jouw veiligheid en innerlijke vrede ligt niet in de analyse van de redenen waardoor de gewelddadige conflicten ontstaan.

Je hebt de analyse wel nodig om de dynamiek te begrijpen.

Een oplossing ten goede ligt nooit in het verkennen van het kwade.




Als jij vergeeft, toon je de wereld dat de cyclus van geweld is geëindigd bij jou.



Als jij vergeeft wordt tegelijkertijd jouw hele binnenwereld nieuw.

Je omarmt met hart en ziel het positieve.

Je richt je uitsluitend op het goede, het constructieve dat wel bestendige werelden bouwen kan.

Al zijn wij niet persoonlijk bij machte conflicten kilometers verderop te beëindigen, we kunnen wel de oorlogszuchtige conflicten in onszelf voor altijd beëindigen.


Oorlog is een collectieve zaak.

Als we collectief vergeven, maakt oorlog voeren steeds minder kans.

De voedingsbodem voor haat en geweld vermindert dan meer en meer.

Het helen van je moederwond is net zo’n constructieve stap.

Je beëindigt het lijden dat je meedraagt en waaronder je gebukt gaat.




En heb ik ooit antwoord gekregen op de vraag waarom mijn moeder boos was op joden?



Ja.

Na haar overlijden.


Ik las een passage in het nieuws dat er opluchting was en een gevoel van erkenning bij alle gewone Duitsers die ook hadden geleden in de tweede wereldoorlog.

Mijn moeder was daar een van: een gewone Duitser.

De gewone mensen waarover de propaganda- en oorlogsmachine van het derde Rijk was heen gewalst.

Ze werden nooit vijanden van de staat, hun boeken werden niet verband, hun winkelruiten werden niet ingegooid, een ster hoefden ze niet op hun kleding te dragen, hun werk konden ze blijven uitvoeren, ze hoefden nooit op transport naar een vernietigingskamp…

Maar schade leden ze wel.

Schade waarvoor de erkenning door overheidsinstanties decennia uitbleef…


Ja, toen snapte ik het.

Joden kregen eerder in de tijd erkenning voor de destructie tijdens de Shoa.

Mijn moeder kon bij niemand in die mate haar verhaal kwijt.

“Zij wel, en ik niet.” Logisch.


En innerlijk loste in mij alle spanning en geërgerd onbegrip op.

Ik kon haar en haar pijn vanuit mijn hart met liefde omhullen.

En haar vergeven om haar harde woorden, waarmee ze om zich heen sloeg.

We hebben elkaar niet kunnen begrijpen.

Ik hoop dat het haar nu goed gaat en dat alle last van haar is afgenomen.




Ik wens je dat jij mag vatten, waardoor jij de strijd blijft voortzetten.



Omdat wanneer je vat waar het jou aan ontbrak, de deur naar liefde en ontferming opengaat.

Al voelt het soms of we omringd door vijanden, die ons niet begrijpen of ons schuldgevoel en schaamte aanpraten of ons naar beneden halen of ons willens en wetens benadelen of ons uitschelden of erger nog, moge wij de innerlijke ruimte ontwikkelen de strijd in onszelf te beëindigen.

En onszelf niet langer als de vijand te behandelen, als we als kind de overtuiging aannamen dat het aan ons lag dat er niet van ons gehouden werd.

Moge het jou goed gaan.






Over het boek van Wiesenthal, dat in 1988 verscheen, op de achterplat:

image_pdfBewaar deze informatie (PDF)image_printPrint deze informatie
150 150 Paula-Willemijn van Rooijen

Leave a Reply

WordPress Anti-Spam door WP-SpamShield

Start Typing
21 QUOTES VOOR MEER ZELFLIEFDE!

En elke maand: Zinvolle Tips

Je gegevens zijn veilig. Ik deel je gegevens nooit.